Meervoudige Apporteer Proeven (MAP's) simuleren praktijkjachtsituaties en zijn alleen toegankelijk voor honden die al twee SJP B-diploma's hebben behaald, waarvan één met minimaal 68 punten. De MAP's zijn elke keer weer anders, waar een SJP bestaat uit vaste onderdelen is dit bij een MAP altijd anders en bestaat het uit verrassingen en uitdagingen.
De zes proeven tijdens een MAP zijn afwisselend en altijd meervoudig (twee of meer apporten) maar ook bevatten ze een aantal vaste en verplichte elementen. Zo is er altijd waterwerk, wordt er bij meerdere proeven geschoten, wordt er een beroep gedaan op het eigen initiatief en zelfoplossend vermogen van de hond. Zijn steadyness wordt getest en komt er, bij de hogere niveaus, dirigeerwerk en een sleepspoor aan te pas.
Ook de MAP's zijn verdeel in niveaus: B en A (C-niveau is hier niet van toepassing). De uitdaging bij een MAP zit hem altijd in het onverwachte; het terrein bepaalt als het ware de opzet van de proeven. De voorjager weet van te voren niet wat hij kan verwachten, pas als hij aan de beurt is hoort hij van de keurmeester bij de betreffende proef wat de bedoeling is. Voor zwel hond als baas is het dus snel schakelen. Welk apport moet het eerste binnenkomen, hoe staat de wind, hoe kan ik mijn hond in deze omstandigheden het beste helpen om ervoor te zorgen dat hij succes heeft?
Voor de MAP's valt, anders dan voor de SJP's niet gericht te trainen. De beste voorbereiding op de MAP's is dan ook een lange, brede en gevarieerde training met daarin zoveel mogelijk uitdaging en afwisseling. Vaak duurt het daarom wel even voor beginnende combinaties er aan toe zijn een MAP te lopen. Je doet het niet zomaar even.
De zes proeven tijdens een MAP zijn afwisselend en altijd meervoudig (twee of meer apporten) maar ook bevatten ze een aantal vaste en verplichte elementen. Zo is er altijd waterwerk, wordt er bij meerdere proeven geschoten, wordt er een beroep gedaan op het eigen initiatief en zelfoplossend vermogen van de hond. Zijn steadyness wordt getest en komt er, bij de hogere niveaus, dirigeerwerk en een sleepspoor aan te pas.
Ook de MAP's zijn verdeel in niveaus: B en A (C-niveau is hier niet van toepassing). De uitdaging bij een MAP zit hem altijd in het onverwachte; het terrein bepaalt als het ware de opzet van de proeven. De voorjager weet van te voren niet wat hij kan verwachten, pas als hij aan de beurt is hoort hij van de keurmeester bij de betreffende proef wat de bedoeling is. Voor zwel hond als baas is het dus snel schakelen. Welk apport moet het eerste binnenkomen, hoe staat de wind, hoe kan ik mijn hond in deze omstandigheden het beste helpen om ervoor te zorgen dat hij succes heeft?
Voor de MAP's valt, anders dan voor de SJP's niet gericht te trainen. De beste voorbereiding op de MAP's is dan ook een lange, brede en gevarieerde training met daarin zoveel mogelijk uitdaging en afwisseling. Vaak duurt het daarom wel even voor beginnende combinaties er aan toe zijn een MAP te lopen. Je doet het niet zomaar even.